Arrangeren en ontwikkelen


De docent kan ICT gebruiken voor het arrangeren en/of het ontwikkelen van digitaal leermateriaal.



  Indicatoren
 

  De docent toont aan dat hij: 
 
      
  • gebruik maakt van diverse vindplaatsen van digitaal leermateriaal en in staat is om hieruit zijn eigen (digitale, interactieve) leereenheid te arrangeren;

  •  

Voor mijn lessen gebruik ik veel materiaal dat ik via het internet bemachtig. Zo gebruik ik veel animaties van bioplek.org en laat ik filmpjes zien via schooltv.nl/beeldbank. Ook kun je via wikiwijs.nl veel digitaal lesmateriaal vinden, wat in sommige gevallen goed toepasbaar is bij de onderwerpen die behandeld worden tijdens de les. Doordat er zoveel materiaal te vinden is kun je er veel inspiratie uit halen voor eigen materiaal en het brengt je in sommige gevallen ook zeker tot nieuwe inzichten. Dus ik gebruik het 'internet' ook zeker als aanleverbron van mijn eigen leereenheid. Momenteel zijn wij druk bezig om met de nieuwe elo studieroutes klaar te maken voor de leerlingen, waarbij je bij elk vak alles arrangeert. Ik heb hier alleen een screenshot van en zou het nog kunnen laten zien tijdens het interview. Daarnaast is het ook nog niet heel uitgebreid, omdat het project nog in de kinderschoenen staat.


 
      
  • leermateriaal ontwikkelt voor een digitale omgeving waarbij rekening gehouden wordt met verschillen in niveau, interesse en tempo en wijze van leren en ontwikkelprincipes voor digitaal leermateriaal;

  •    

In mijn onderwijsaanbod differentieer ik veel. Persoonlijk vind ik het belangrijk dat je aan zoveel mogelijk leerlingen tegemoetkomt, zodat alle leerlingen succeservaringen kunnen beleven. Momenteel ben ik nog niet actief bezig met het ontwikkelen van digitaal leermateriaal, omdat er op onze stageschool nog geen mogelijkheden voor zijn om het aan te bieden aan de leerlingen. Dit kan wel als het nieuwe systeem in gebruik wordt genomen. Momenteel worden wij bijgeschoold en leren we dat we hele studieroutes samen kunnen stellen voor de leerlingen en ze ook eventueel per leerling beschikbaar kunnen stellen.  Dit zou voor de ideale situatie zorgen, waarbij je én digitaal werkt én kunt differentiëren per niveau. Wat ik ook gemaakt heb, is een samenvatting in prezi over het hart- en bloedvatenstelsel. Deze is ook beschikbaar voor de leerlingen in Petear.  Voor de nieuwe elo op het nordwin hebben wij een materialenbank waarin wij onze digitale leermiddelen uploaden en beschikbaar kunnen stellen voor collega's van locatie sneek, alswel voor andere locaties. Deze materialen kunnen wij evt. ook beschikbaar stellen voor de leerlingen. Het gaat hier nu vooral nog om inleveropdrachten e.d.


  
  
   
  • op de hoogte is van regels die gelden voor copyright en bekend is met diverse copyrightmodellen (bijvoorbeeld: ©, public domain, creative commons, Wikimedia commons, GNU).

Persoonlijk heb ik me op dit vlak wel redelijk verdiept in de copyrightmodellen, mede doordat hier op de opleiding ook veel aandacht aan besteed wordt. Bij ons wordt vooral gehamerd op een goede en correcte bronvermelding volgens de APA richtlijnen die hiervoor opgesteld zijn. Voor mijn natuurwetenschappelijk literatuuronderzoek heb ik dit ook op de correcte manier moeten verantwoorden.

Creative Commons biedt auteurs, kunstenaars, wetenschappers, docenten en alle andere creatieve makers de vrijheid om op een flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Met de CC0 verklaring kan een rechthebbende aantonen dat hij afstand doet van zijn auteursrecht voor zover dit wettelijk is toegestaan. Met de Public Domain Mark kan je een werken identificeren die niet auteursrechtelijk beschermd zijn, of waarvan het auteursrecht is verlopen.